Er zijn Oost-Europese treinlijnen waarop je nog lekker en vers kunt eten, maar verder is goed eten in de trein vooral voor de lucky few weggelegd. [Lees ook dit verslag dat culinair journalist Karin Luiten schreef over haar reis aan boord van de Trans-Mongolië Express]. Een toeristenlijn in Zwitserland staat beroemd om vers eten in de trein en ook op de route Cardiff-Holyhead in Groot-Brittannië staan koks nog te koken op het spoor. Wie de grandeur en luxe van begin twintigste eeuw wenst mee te maken, kan terecht op de Venice Simplon-Oriënt-Express. Een zakenman uit de vs nam het initiatief tot deze nostalgietreinen: hij kocht eind jaren zeventig oude rijtuigen van de Compagnie Internationale des Wagons-Lits op (die rijtuigen leverden aan onder andere de Oriënt-Express) en restaureerde ze in een gelikte jarentwintigstijl, in de hoop in te spelen op de hernieuwde interesse in luxetreinen, onder meer door de verfilming van Murder on the Orient Express in 1977.
En ja, de treinen werden een succes. Inmiddels zijn er veel routes en zijn de service en het eten aan boord verzorgder dan ooit. Reizigers van Parijs naar Venetië krijgen bijvoorbeeld na vertrek een uitgebreid meergangendiner, met de signatuur van beroemde chef-koks. De volgende dag ontbijten ze in hun coupé met verse croissants – en met een supplement van honderd euro met gerookte zalm, truffel en kaviaar – en voor aankomst is er een lunch en afternoon tea. Je moet wel een paar duizend euro neertellen voor zo’n nostalgia trip, maar blijkbaar zijn er genoeg mensen die heel graag bijzonder dineren in de trein. Wie geen duizenden euro’s voor één nacht wil uitgeven kan ook terecht in speciale dinertreinen, die op hetzelfde station vertrekken en aankomen. Eten in een bewegend restaurant is blijkbaar zo leuk dat mensen het zelfs doen als ze niet van A naar B gaan.
Waarom? En wat aten reizigers in de Oriënt-Express van honderd jaar geleden? Je leest het in mijn boek Trek!