Het schaamrood staat op mijn kaken. Sinds 1 mei woon ik niet meer in Brussel maar ik heb nog helemaal niet mijn tips gegeven voor de stad! Schande! Snel nu dan.
Sint Katelijne/Sainte Catherine
Om de hoek van dit plein woonde ik en het is er vreselijk leuk, vooral met lekker weer. Dan stromen de mensen toe om garnaalkroketten, vissoep en gestoomde scheermesjes te eten en bubbels te drinken bij Noordzee. Als het regent is het ook vol, trouwens. Je noemt je bestelling en wacht aan een van de hoge tafels op het plein tot je naam wordt geschreewd: het teken dat je je vers gefrituurde eten af kan halen. Het is er altijd druk. En terecht.
(Noordzee – Sint Katelijnestraat 45)
Ho, ga nog niet weg uit deze buurt, want er is veel meer! Zoals bar Monk met heel veel bier. Bakkerij Charli en Charli salé waar je niet alleen heerlijk brood, viennoiserie en taartjes koopt maar ook meteen kan blijven ontbijten of uitgebreid brunchen. Hippe bar ViaVia, koffietent Velvet en biowinkel Färm aan de oude vismarkt. Daar zitten overigens ook nog allemaal klassieke visrestaurants, maar die zagen er te prijzig uit voor mijn studentenbudget.
(Monk – Sint Katelijnestraat 42, Charli – Sint Katelijnestraat 29/34, ViaVia – Baksteenkaai 74, Velvet – Brandhoutkaai 27, Färm – Brandhoutkaai 43)
Loop vanaf Sint Katelijne naar het westen (richting Molenbeek) en kom in een andere sfeer. Sjofeler, veel buitenlandse bakkerijen en wat cafés. Ik kwam hier vaak voor Marokkaans semolinabrood, het leuke Bar Beton met heerlijk terras en het gezellige Cafe Walvis met topontbijt.
(Bar Beton – Antoine Dansaertstraat 114, Café Walvis – Antoine Dansaertstraat 209)
Al dat hippe gedoe, dáár kom ik toch niet voor in Brussel? Oké, dan weet ik nog wel iets. Het ouderwetse, stoffige maar oh zo leuke Le Cirio. Ik las dat het de stamkroeg van Jacques Brel was, dus al op mijn eerste dag wilde ik hierheen. En het bleef een favoriete plek. Prachtig Art Deco, vol spiegels en rode stoffen. Een vriendin die kunstgeschiedenis studeert en op bezoek was merkte op dat er leerbehang op de muren zat! Maar dat bleek gewoon papier. De obers zijn nukkig, maar dat hoort.
Cirio (1886) was de eerste chiquere Italiaanse tent in Brussel, maar dat zie je alleen in de naam nog terug. Verder is het Brussel ten top: als je het mij vraagt eet je er het best garnaal- en kaaskroketjes en drink je er half half bij. Typisch Brussel: half bubbeltjeswijn, half witte wijn.
Nog meer klassiek? Drink bier bij A La Mort Subite, eet een wafel bij Mokafé in de koningsgalerij en haal daar gelijk ook peperdure bonbons (mocht dat je ding zijn).
(Le Cirio – Beurs 18, A La Mort Subite – Warmoesberg 7, Mokafé – Koningsgalerij 9)
Niet hip, niet klassiek, wel lekker? Ga voor Aziatisch! Om de hoek van de Beurs zitten Chinese, Thaise, Vietnamese en enkele Indiase restaurants. Ik at er bij een paar in de Jules van Praetstraat en Karperbrug, was allemaal prima. Iets duurder en erg lekker is Yi Chan, waar mijn voormalig huisgenoot heerlijke cocktails maakt met Aziatische twist.
(Yi Chan – Jules Van Praetstraat 13).
Ook een dikke aanrader is Horia, een Marokkaans-Libanees plekje waar je heerlijk eet. Bestel een bord met van alles, je krijgt dan humus, aubergine, allerlei groente en een keuze tussen lamsgehaktballetjes en geitenkaas. Horia zelf is ontzettend aardig en het kost helemaal niet veel.
(Horia – Borgwal 7)
Marollen
Op de een of andere manier kwam ik hier altijd uit met gasten. Het is een leuke buurt met tweedehandswinkeltjes, cafés en de beroemde vlooienmarkt (Vossenplein). Struin in de ochtend over het plein, drink koffie in café Le Marseillais en lunch dan in een van de plekken rondom het plein. Vooral La Clef d’Or en Café La Brocante zijn mijn favoriet. Ouderwets Brussel. Eet een sandwich, een toast kannibaal (met filet americain), lasagne, soep of stoemp. Wil je niet missen: De kat in La Brocante heet Bolo (van spaghetti bolognese, waar ze ontzettend dol op zijn in Brussel).
(Le Marseillais – Vossenplein 1, La Clef d’Or – Blaesstraat 170, Café La Brocante – Blaesstraat 170)
Loop vanuit de Marollen door naar Sint Gilles, een buurt met mooie huizen en fijne cafés en eetwinkeltjes. Vooral het Sint-Gillesvoorplein is leuk. Drink er wat bij Maison du peuple (hip) of Brasserie de l’Union (ouderwets en leuker naar mijn smaak). Aan de andere kant van het plein zit Brasserie Verschueren, waar ik op een keer wat wilde lunchen. Dat hadden ze niet, maar je mocht in de buurt wat te eten halen en in het café opeten. Gegrilde kip en friet moest op het terras blijven. Ik haalde een broodje bij een Marokkaanse bakkerij en ging in de gezellige brasserie zitten. Naast me bestelde een ouder echtpaar bier en toen haalden ze worstjes, kaas en olijven uit hun tas. Tevreden brachten ze de middag door. En ik ook!
(Maison du Peuple – Sint-Gillisvoorplein 39, Brasserie de l’Union – Sint-Gillisvoorplein 55, Brasserie Verschueren – Sint-Gillisvoorplein 11)
Verder is Elsene leuk (Ixelles in het Frans), met hippe plekken, maar ook allemaal buitenlandse tentjes. Sla vooral de Afrikaanse buurt (Matonge) niet over. In een mini tentje at ik echt verrukkelijke bonen, bakbanaan en vis. Ik wist de naam van de plek niet meer, noch de straat. Maar speciaal voor jullie deed ik mijn detectivepet op en begon ik te speuren met behulp van tripadvisor, yelp en streetview. Ik vond niets. Toen keek ik nog eens goed naar de twee foto’s die ik van het eten had gemaakt en zag ik de naam op de menu’s staan! Eind goed al goed. Malewa. Het is niet echt een restaurant, maar je kan er wel zitten. Kost geen drol ook. Ga daarheen!
(Melewa, Vredestraat 45)
Dan nog een belangrijk punt. Friet. Waar eet je de beste? Daar zijn vele verschillende meningen over en ik heb niet een Grote Test gedaan. Het enige dat ik kan zeggen is dat ik hele lekkere at bij Friterie de la Barrière in Sint-Gilles, die beroemd is. Maar ook in het centrum bij Chez Papy (wat toeristischer) genoot ik van mijn friet. Als je daar namelijk speciaal bestelt, krijg je mayo, ketchup en gebakken (!!) ui.
(Friterie de la Barrière – Parklaan, Chez Papy – Infante Isabellastraat)
Om het hoekje bij die Chez Papy (vlakbij het Centraal Station) eet je ook de allerlekkerse broodjes kaas. In mini-tentje Tonton Garby heeft de eigenaar niet alleen een enorm assortiment aan kaas, maar ook per klant heel lang de tijd om te zien waar je precies zin in hebt. Je bespreekt de opties en loop uiterst tevreden naar buiten. Ik at een broodje met pittige geitenkaasjes, tomaat en zelfgemaakte olijventapenade.
(Tonton Garby – Duquesnoystraat 6)
Als laatst: breng zondagochtend een bezoek aan de enorme Zuidmarkt en sla groenten, kruiden, olijven en ander lekkers in. Misschien minder leuk als je in een hotel zit, maar toch is het leuk erover te dwalen.
Ik ga hier alleen in op eten en drinken, maar moet in het kader daarvan toch een museum noemen. Het museum van Voeding in een oude molen! Lees mijn eerdere blog erover.
Nog een oproep! Ben je in Brussel en een nieuwsgierige eter? Ga dan naar Madagasikara, het enige malagassische restaurant in de Benelux en misschien wel Europa – Londen en Berlijn uitgezonderd. Op mijn laatste avond wilde ik erheen, maar zonder reserveren kwam ik er niet in. Maar ga en laat me weten hoe het was! Op de menukaart staan veel gerechten met vis, garnalen, fruit, kruiden, kokosmelk.
(Madagasikara – Vlaamsesteenweg 10)
Zo. Nu kan je wel even vooruit. Ik heb consequent de Nederlandse naam van straten genoemd, omdat ik denk dat de google maps van veel van jullie in het Nederlands is ingesteld. Straatnaambordjes zijn altijd tweetalig, maar bedenk dat als je iemand op straat om de weg vraagt, ze eerder de Franse naam zullen kennen.
Veel plezier!