Vandaag is het weer grijs, maar gister was het echt lente. En net als Amsterdam verandert Brussel dan helemaal. Overal staan plots terrassen en hoewel er weinig parken zijn, zitten de pleinen overvol mensen die picknicken, kletsen, lezen en luieren. Intussen eet ik nog steeds van mijn mooie bord hier.
Zoals spaghetti met linzen, paprika en dragon. Ik kookte een boel linzen tegelijk (je kan ze een tijd bewaren in het kookvocht, in een bakje in de koelkast), bakte een ui, een rode en een groene paprika met knoflook zachtjes en voegde later een tomaat en de linzen toe. Mengen met spaghetti en op het laatst wat pecorino en dragon, voilà!
De dag erna had ik linzen én wat paprika-linzensaus over. Dat flanste ik in elkaar tot een superlekkere linzensoep (nog wat tomatenpuree, bouillon, komijn en koriander erbij), met wederom pecorino en dragon – en een straal olijfolie.
Een weekend kwamen drie vrienden langs. We aten heerlijk Libanezig in een hip tentje vlakbij mij (Horia, heet het) en gingen frieten met andalousesaus halen in St. Gilles.
‘s Avond bleven we thuis met wijn, kaas en wat andere hapjes. We kochten “Brusselse kaas”, die lekker maar vooral zout was. De volgende dag deed ik hem maar door salade van aubergine en tomaat, wat goed werkte (sorry voor de lelijke foto, ik had blijkbaar honger en haast).
Oh, en mijn huisgenoot haalde cannelés bij de bakker, dat was ook een fijn moment: