De hele dag in teken laten staan van feijoada, of een avond van 7 -11 met z’n zevenen in de keuken om voor z’n tienen falafel te maken, of een verrassingverjaardagsfeest met een tafel vol chili, quiches en dan nog zes verschillende taarten. Dat krijg je als je culinaire geschiedenis studeert en je medestudenten dus ook bovengeïnteresseerd zijn in eten. En de meeste niet uit de geschiedenis-kant komen (zoals ik), maar uit de keuken en jaren als chef hebben gewerkt. Daarnaast hebben de Brazilianen, Italianen, Fransen, Koreanen en Japanners genoeg bagage uit eigen land om uit te koken, maar wat moet ik nou? Ik wilde ook eens voor iedereen koken, maar durfde me niet te wagen aan de Franse of Italiaanse keuken. En de Nederlandse?
Ik ben geen grote fan van stamppot (ja, andijvie is wel lekker, maar daar moet je flink voor op zoek in Frankrijk) en al helemaal niet van snert. Kroketten zijn wél heel lekker, maar frituren in een klein studentenhuis vind ik nooit zo’n puik plan. Ik besloot naar het oosten te kijken, want de Indonesische keuken is vrij onbekend in Europa buiten Nederland. En wat is er nou lekkerder, bijzonderder, makkelijker en vullender (want we waren met veel) dan gado gado? Precies. Niet veel.
Ik merkte nogmaals dat de Indonesische keuken niet bekend is in Frankrijk toen ik op zoek ging naar sambal, trassi, ketjap manis. De ketjap vond ik uiteindelijk, de rest niet. En seroendeng en gebakken uitjes ben ik voor het gemak maar niet gaan zoeken. Kroepoek is overigens wél te krijgen in supermarkten! Als chips aux crevettes, dan. (Oh en dat rookgerei op dit stilleven? Ik ben de enige die niet rookt van al mijn medestudenten! Bleh.)
Uiteindelijk was de gado gado een groot succes. Niemand kende het gebruik van pinda’s in een hartig gerecht en iedereen vond het daarom ontzettend exotisch en bijzonder. Ik deed voorzichtig met de rode peper, want er waren Fransen bij. Zij hadden tranen in hun ogen, de Brazilianen en Koreaanse proefden niks. Zo zie je maar.
Ik schrijf hier het recept voor vier, maar je kan alle hoeveelheden makkelijk verdubbelen als je met veel bent. Of door de helft doen als je met weinig bent, natuurlijk.
Recept gado gado (4 personen)
Kook de eieren hard en laat ze schrikken. Zet apart.
Snijd de groenten zo nodig in stukken (als de bloemkool, broccoli en Chinese kool), kook ze beetgaar (behalve de komkommer) in water met zout, spoel af met koud water en zet apart. Snijd de komkommer in lange repen.
Kook de rijst.
Maak de pindasaus: bak de knoflook, gember en rode peper in olie tot het begint te kleuren. Voeg de pindakaas, kokosmelk, ketjap, limoensap en specerijen toe en laat zachtjes pruttelen. Voeg water toe als de saus te dik wordt. Proef op zout, pittig, zuur en zoet en voeg zo nodig meer peper, ketjap, limoensap of zout toe.
Pel de eieren en snijd ze in plakjes
Serveer op een grote schaal eerst de rijst, daarop de groenten, dan de pindasaus, de eieren en verkruimel op het laatst kroepoek erover.
Trouwens:
Ik leerde van de Koreaanse mijn naam schrijven in het Koreaans! Zie hier:
Volg me ook op twitter, facebook en instagram!
Recept zoeken? Kijk in de receptenindex!
Ik geef nu ook tours over de culinaire geschiedenis van Amsterdam! Klik hier.